Vanwege corona waren er twee jaar lang nauwelijks ballotages van nieuwe leden mogelijk. Wel kon in die periode een drietal gezellen “in de adelstand verheven worden”. Dat wil zeggen dat zij werden bevorderd tot meester-molenaar. Maar vanaf het voorjaar van 2022 konden er toch vier aspirant-leden tot gezel worden geballoteerd. En met succes. 
Daarmee werden ook drie nieuwe molens aan het bestand van actieve molenaarsbedrijven toegevoegd. “Bedrijfjes” kunnen we beter zeggen, want slechts in één geval betrof het een beroepsmatige molenaar; de andere zijn vrijwilligers die een beperkt aantal uren op de molen werken, en dus ook maar een beperkte meelafzet hebben. 
Niettemin is het een zeer verheugende ontwikkeling, en misschien ook wel een trend: dat ons ledental gestaag groeit, en dat we in toenemende mate een organisatie worden die zowel beroepsmolenaars als vrijwilligers in zich verenigt. Enerzijds beroepsmensen voor wie de productie en de afzet van meel en meelmixen het belangrijkst zijn, en anderzijds vrijwilligers die vaak het meest in het maalproces zelf en in de geschiedenis van de molen geïnteresseerd zijn.  Degenen van die tweede groep die de ballotage doorstaan en die langdurig lid blijven, zijn dan wel de mensen met vakkennis en met de ambitie om een mooi en gezond product af te leveren. Beide categorieën moeten ook doorlopend kwaliteitsmeel produceren, daarop controleert het AKG elk jaar opnieuw, en beide presenteren hun molen op een indringende manier aan het grote publiek. 


Zo promoten zowel de beroepsmolenaar als de vrijwilliger ook het ambacht en helpen zij het in stand te houden, ieder op zijn eigen manier. En hopelijk leren zij ook van elkaar en zijn ze bereid elkaar te steunen. Door deze mix in haar ledenbestand is het AKG ook, naar het bestuur meent, toekomstbestendig. 
Het gaat dus gewoon goed met onze vereniging!

De eerste die geballoteerd en tot gezel bevorderd werd was Louis Verstraaten op molen De Haas in Benthuizen. Op deze in 1985 gerestaureerde en opnieuw ingerichte molen is een vereniging van vrijwillige molenaars actief, van wie Louis er één is. Op de begane grond heeft men een aantrekkelijk winkeltje ingericht. De maalactiviteiten zouden er, mede gelet op de goede windvang van de molen, wellicht nog wat kunnen groeien. Zelfs bij de bouw van nieuwe woningen tegenover de molen is er met de biotoop rekening gehouden.

De tweede nieuwe gezel was Joop Kruizinga op molen De Tijd in Oostendorp (bij Elburg). Ook Joop maakt deel uit van een groepje vrijwilligers. De molen is een aantal jaren geleden gekocht door bakker Schuld, waarbij de bijgebouwen zijn omgevormd tot publieksvoorzieningen (bakkerij, winkel, horecagelegenheid). De productie is er beperkt, maar doordat de bakker in huis is en er altijd belangstellende bezoekers dichtbij zijn, lijkt de bedrijfsmatige continuïteit verzekerd. Dan natuurlijk de molenaars zelf nog. Joop is zelf weliswaar niet de allerjongste, maar hij is energiek en probeert ook de belangstelling voor het vak bij anderen te stimuleren.

Dan was er Wim van Bruggen op de molen Kyck over den Dyck in Dordrecht. Op deze reus van een windmolen, de laatst overgeblevene in deze voor molens eens zo belangrijke stad (Dordrecht was een overslagplaats voor onder meer molenstenen uit de Eifel), is Wim de opvolger van Peter Raggers. Opvolger als AKG-lid dan, want Wim loopt al het langst mee van het groepje van molenaars en niet-molenaars dat er als vrijwilliger actief is. En zo’n groter groepje kan hier, gezien de enorme binnenruimte die vele mogelijkheden biedt en goed dient te worden bij- en schoongehouden (wat ook gebeurt), niet gemist worden. Ook deze molen verdient meer klandizie.

Tenslotte was de ballotagecommissie bij Jeroen van de Water op De Wijchense Molen.
Na het plotselinge overlijden van de vorige molenaar, die al een begin had gemaakt met de omvorming van de molen naar een ambachtelijk en economisch verantwoord maalbedrijf, heeft Jeroen de zaak in 2013 overgenomen en de ontwikkeling verder doorgezet.  Jeroen produceert voornamelijk meel in kleinverpakking voor andere winkels en voor de directe verkoop aan thuisbakkers. Hij laat daartoe de molenstenen malen op zowel wind- als elektrische kracht, maar hij gebruikt ook hedendaagse apparatuur. Er is ook een glazen pui geplaatst bij de ingang. Dat alles heeft het authentieke karakter van de molen, die prachtig in de wind en in het zicht gelegen is, echter geen geweld aangedaan. Beneden is er een passende en goed gevulde molenwinkel, waar Jeroens moeder met veel zorg en kunde de vele klanten helpt. 
Het AKG is er content mee dat ze deze professionele molenaar met zijn bedrijf nu tot haar leden mag rekenen.